Aansprakelijk
De WBTR scherpt de regels voor de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders aan. In de nieuwe wet is de toezichthouder de Raad van Commissarissen. De benaming Raad van Toezicht mag een organisatie blijven gebruiken, maar wettelijk is er geen verschil. De aansprakelijkheid speelt vooral bij een faillissement. De rechter kan bij een faillissement de notulen bekijken om zicht te krijgen op de besluiten die door commissarissen genomen zijn. Bestuurders en toezichthouders zijn altijd aansprakelijk als de verplichte publicatie van de jaarrekening niet gedaan is, of wanneer de vennootschapsbelasting niet is betaald. Voor onbezoldigde toezichthouders in de non-profitsector gelden uitzonderingsbepalingen.
Besturen volgens de WBTR
De volgende nieuwe wettelijke bepalingen moeten in elk geval tot de bestuurspraktijk behoren:
- Bestuurders moeten het belang van de organisatie voor ogen houden. Bij een tegenstrijdig belang mag een bestuurder niet deelnemen aan het overleg en de besluitvorming over het desbetreffende onderwerp.
- Bestuurders hebben altijd het recht om de algemene vergadering te adviseren over een besluit dat moet worden genomen. Ook als de bestuurders vervolgens zelf mogen meestemmen als lid.
- Het meervoudig stemrecht wordt daarmee beperkt. Dit betekent dat een bestuurder van een vereniging niet méér stemmen mag uitbrengen dan de rest van de bestuurders bij elkaar. Op deze manier kan niet één bestuurder alle zeggenschap hebben.
Rol OR
Organisaties moeten door de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen hun statuten aanpassen. De OR kan die aanpassing benutten om de eigen ideeën en wensen daarover kenbaar te maken. Denk bijvoorbeeld aan een uitbreiding van het recht om commissarissen voor te dragen. Een gevolg van de wet is dat de leden van Raad van Commissarissen waarschijnlijk meer aandacht besteden aan het vastleggen van hun inbreng bij het nemen van belangrijke besluiten. De notulen kunnen immers gebruikt worden voor onderzoek door de rechter. Voor de OR is het interessant om te kijken hoe de besluitvorming tot stand is gekomen. De OR kan zijn informatierecht benutten om de informatie in te zien.
Ook bij het ontslag van een commissaris kan de OR een rol spelen. De rechter kan op grond van artikel 298 van de wet een bestuurder of commissaris ontslaan wegens nalatigheid of ongeschiktheid, op vordering van hetzij het OM, hetzij een ´belanghebbende´ zoals de OR of cliëntenraad.