Na anderhalf jaar onderhandelen hebben de EU-ministers van Sociale Zaken afgesproken dat tijdelijke werknemers uit een ander EU-land dezelfde beloning voor hetzelfde werk krijgen als hun collega’s in het gastland. Het gaat om werknemers die hier tijdelijk (maximaal 12 maanden) werken. Deze periode kan worden uitgebreid naar maximaal 18 maanden. Dat betekent dat bijvoorbeeld Polen die hier tijdelijk werken een gelijk loon krijgen als hun Nederlandse collega’s. Ze worden niet langer afgescheept met het minimumloon. Hierdoor wordt voorkomen dat er oneerlijke concurrentie op beloning plaatsvindt.
Deze herziening van de zogenoemde Europese detacheringsrichtlijn gaat pas in 2021 in de hele Europese Unie gelden. Er wordt een uitzondering gemaakt voor de transportsector. Hier is nog geen akkoord over. De EU-verkeersministers gaan hierover nog verder onderhandelen. Lodewijk Asscher is blij. Hij heeft zich sinds 2013 ingezet voor ‘dezelfde beloning voor hetzelfde werk op dezelfde werkplek’ in de EU. ”Het belangrijkste is dat gedetacheerde werknemers vanaf dag 1 hetzelfde salaris verdienen, inclusief vakantietoeslagen, dertiende maand en andere rimram. Het is ook mooi voor de Nederlandse bouwvakker en loodgieter ”
De bestaande wet uit 1996 wordt nu vervangen. Deze wet schreef een minimum loon voor, maar het verschil met cao-lonen is toch al gauw een paar honderd euro per maand. Vaak werd dit door werkgevers in de EU misbruikt om goedkoop personeel in te huren uit landen waar de lonen een stuk lager liggen, zoals Polen of Roemenië. De nieuwe wet moet deze praktijken terugdringen.