Het generatiepact moet de oplossing zijn van meerdere problemen op de werkvloer. Aan de ene kant zijn er de oudere werknemers die hun pensioen gezond willen halen en aan de andere kant willen jongere werknemers een (vaste) baan. En dan is er nog de werkgever die de ervaren werknemers niet kwijt wil.
Korter werken
Oudere werknemers van 57 jaar en ouder gaan korter werken. Dat is prettig voor werknemers die zwaar werk doen. Zij krijgen door het generatiepact meer rust en vrije tijd en dat is goed voor hun gezondheid. Het ziekteverzuim onder oudere werknemers kan dalen. De tijd die vrijkomt gaat naar jonge werknemers van onder de 35 jaar. Zij krijgen een vaste baan en kunnen gebruik maken van de oude rotten.
In de cao
Deze regeling wordt in de cao afgesproken. Er zouden bijvoorbeeld 2 oudere werknemers minder gaan werken om zo ruimte te maken voor een jongere werknemer. Het generatiepact kost wel geld. De oudere werknemer wil niet zo maar zijn uren en een stukje pensioenopbouw inleveren en de werkgever wil niet de hele regeling betalen. Een bekend voorbeeld is de 80/90/100-regeling: je werkt 80%, krijgt 90% van je loon en bouwt 100% pensioen op. Maar die percentages kunnen verschillen: het kan bijvoorbeeld ook 60/80/100 zijn. Er zijn veel manieren waarop je dit idee in de praktijk kunt uitwerken. De regeling wordt afgesproken in een cao en verschilt per sector of bedrijf.
Compensatie
In het generatiepact wordt het ingeleverde loon van de oudere werknemer deels gecompenseerd door de werkgever. Hij maakt daarbij gebruik van het feit dat de jongere werknemer een lager loon heeft dan de oudere werknemer, die aan het einde van zijn loonschaal zit. Soms kunnen uren vanuit een bestaande ouderenregeling of een levensfasebudget ingezet worden. De oudere werknemer kan zijn inkomen eventueel aanvullen met een stukje deeltijdpensioen. Het is echt ‘maatwerk’.
Het generatiepact past goed bij duurzame inzetbaarheid. HR en OR kunnen dit onderwerp op de agenda plaatsen. Meer informatie over OR en duurzame inzetbaarheid vind je hier.